Auteur: Maarten Albers, journalist bij de Volkskrant. Lees het artikel ook op de website van Volkskrant.
Boomkweker Sjef van Dongen wipt met een schop een vierkant stuk graszode uit de grond. ‘Je wilt geen rond gat graven, dan gaan de wortels rond groeien in plaats van naar buiten’, houdt hij zijn publiek van zo’n dertig boeren voor. Nadat hij het vierkante gat heeft uitgegraven, haalt hij een hazelaar uit een pot en steekt hem erin. ‘Iets te diep’, zegt Van Dongen, die de boom bij zijn stam eruit trekt en wat grond terug het gat in stort. ‘En hop, zo staat-ie. Wat compost erop en je bent klaar.’
De boeren kijken aandachtig toe om het kunstje van hem af te kijken. Want ze zijn allemaal naar Van Dongens kwekerij Agroforestrysupplies in het Brabantse dorp Zeeland gekomen om hun eigen bomen op te halen.
Ooit werden veel akkers en weides omzoomd door bomenrijen, houtwallen of hagen, maar die zijn de afgelopen decennia op veel plekken gekapt. Bomen vereisen onderhoud en zijn obstakels voor de grote landbouwmachines die boeren gebruiken. Het land waar ze op staan, telt bovendien niet mee bij de berekening hoeveel grond een boer heeft om te bemesten. Dat betekent dat veehouders met bomen meer geld kwijt zijn aan het afvoeren van mest.
Voederhagen
Toch bieden bomen en hagen veel voordelen, heeft Evert Prins van het Louis Bolk Instituut voor duurzame landbouw even eerder toegelicht. Ze halen CO2 uit de lucht en zijn een thuis voor vogels en insecten. Voederhagen met bijvoorbeeld wilgen houden koeien gezond, en fruit- en notenbomen leveren een jaarlijkse oogst op. ‘We zien dat er heel veel interesse voor is.’
Desondanks hebben veel boeren een zetje nodig om de investering te doen. Milieuorganisatie Urgenda heeft daarom samen met brancheorganisaties LTO en Bionext een korting geregeld van 50 procent. ‘We moeten op zoveel mogelijk plekken CO2 vastleggen en de biodiversiteit verbeteren’, zegt Donna Stolwijk van Urgenda. ‘Met bomen kan dat. Bijna twee derde van Nederland is boerenland. De ruimte is er dus, als de boer het wil.’
Jeroen van Leeuwen (27) is zo’n boer die wil. Hij komt twee pakketten met voederhagen ophalen, vertelt hij als hij zijn auto met aanhanger richting het weggetje draait waar werknemers van de kwekerij klaarstaan om de bomen in te laden. Op zijn veehouderij in Buren heeft hij varkens, vleeskoeien en kippen. ‘In de zomer staan de dieren buiten in de volle zon en zijn ze continu op zoek naar schaduw. De beste manier om daarvoor te zorgen, is bomen planten.’
Na wat onderzoek realiseerde Van Leeuwen zich dat bomen en hagen meer voordelen bieden. ‘Er zit voedingswaarde in, het is goed voor de biodiversiteit en een haag is een soort koeienapotheek.’ Uiteindelijk wil hij 10 hectare van zijn land met bomen vullen.
Kruidenrijk gras
De bomenactie is niet de enige manier waarop Urgenda boeren een duwtje in de goede richting probeert te geven. In 2020 begon de organisatie met het project ‘1001 hectare kruidenrijk grasland’. Zo’n divers grasland is aantrekkelijker voor insecten, kan beter tegen droogte en heeft minder mest nodig dan het raaigras dat op veel Nederlandse weides groeit. Sinds het begin van het project hebben 1.800 melkveehouders samen bijna 8.00 hectare ingezaaid met kruidenrijk gras.
Het succes leidde tot een vervolg met groenbemesters. Die gewassen zaaien akkerbouwers in het najaar om uitspoeling van meststoffen in de winter te voorkomen. Ze verkleinen bovendien de mestbehoefte als er in het voorjaar weer aardappels, tarwe of andere gewassen op de akkers staan. Urgenda biedt soortenrijke mengsels aan, die beter zijn voor bodem en biodiversiteit. In drie jaar hebben bijna 400 akkerbouwers samen zo’n 2.700 hectare groenbemesters ingezaaid.
Donderdag kondigde Urgenda een nieuwe kortingsactie aan voor klaverzaad voor akkerbouwers, die dat onder hun graan kunnen zaaien. Ook dit verlaagt de mestbehoefte en maakt de akker na oogsten van het graan aantrekkelijk voor akkervogels zoals de veldleeuwerik en de patrijs.
De eerste stap
Financiering voor de bomenactie haalt Urgenda uit crowdfunding en van grote donateurs. Aan het kruidenrijke grasland en de groenbemesters dragen ook provincies en gemeenten bij. In dit eerste jaar doen 184 boeren mee aan de bomenactie, samen goed voor bijna 27 duizend bomen. Nog niet genoeg om echt het verschil te maken, erkent coördinator Stolwijk. ‘Maar als je de eerste stap niet zet, kom je er nooit. Het is ook een nieuwe manier van denken.’ Dat diverser grasland een verschil maakt, is bij veel boeren wel bekend, bomen planten gaat nog wat verder. Stolwijk: ‘We proberen handvatten te bieden om steeds iets extra’s te doen.’
Ad Rasenberg (76) staat met zijn zwager fruitbomen in te laden. Met zijn zoon runt hij in Hooge Zwaluwe een natuurinclusieve melkvee- en schapenhouderij. In weidevogelgebied, dus in of langs het grasland, komen geen bomen. Dat zou roofvogels aantrekken die het op de kuikens voorzien hebben. De bomen komen daarom alleen rond het erf te staan. ‘Vooral voor de aankleding en de vogels’, zegt Rasenberg. De oogst is leuk, maar van minder belang.
Twee auto’s voor hem stouwen Anne van der Velden (30) en haar schoonvader een aanhanger vol met appel- en perenbomen, zwarte elzen, beuken en andere haagplanten. ‘Ik ben opgegroeid op een melkveehouderij, maar mijn ouders zijn een aantal jaar geleden gestopt’, vertelt ze. ‘Na een tijdje wilden we toch iets met de grond doen.’ Anderhalf jaar geleden besloot Van der Velden er met haar twee broers een voedselbos aan te leggen. Vorig jaar hebben ze een deel van de bomen geplant, nu volgen er meer. De korting is dan ook zeer welkom. ‘Mooi om te zien dat er aandacht is voor de omslag naar nieuwe vormen van landbouw.’