Een bekend trucje opnieuw uitvinden (artikel uit Veldpost 6 mei 2025)
Het onderzaaien met klavers in gangbaar graan maakt een opmars in Nederland. Vorig jaar waren er twintig bedrijven en twee proefbedrijven die de voordelen hebben ervaren. Het areaal gaat dit seizoen naar zo’n 600 hectare, en er zijn vijf proefboerderijen die proeven aanleggen met witte of rode klaver, of een mengsel van de twee.
Het is best even spannend, schetst Kirsten Berghuis, onderzoeker bij SPNA Agroresearch. Op de percelen bij proefboerderij Kollumerwaard in Munnekezijl (FR) worden verschillende proeven aangelegd, waarbij verschillende klaversoorten onder granen worden gezaaid. Het gaat om stroken met witte klaver, rode klaver en een mengsel, waarbij bovendien twee verschillende zaaimomenten worden beproefd. Daarnaast wordt er gekeken naar het effect van met en zonder eggen op de verschillende proefopzetten. „We zaaien op twee momenten. Maar sinds het eerste moment van zaaien hebben we geen regen gehad. Hierdoor heeft het zaad best droog gelegen. Het is natuurlijk ook wel uitzonderlijk droog. Ik hoop dat het nu, na de eerste neerslag, aan de gang gaat.”
Voor SPNA is het de kans om meer te leren over onderzaai in granen. „Als we kijken naar de landbouwsystemen in de toekomst, denken wij dat onderzaai daar in verschillende teelten een plek krijgt. Het project AgriFuture, waarbij een deel van het land van de proefboerderij ingericht wordt voor de akkerbouw van de toekomst, sluit er perfect bij aan. Wij zijn enthousiast over klaveronderzaai en willen er meer over leren. Toen we benaderd werden om met een kleine financiering aan te sluiten, hoefden we daar niet lang over te vergaderen.”
In de vergetelheid
Sander Bernaerts uit Alphen (NB) is de aanjager van de promotie van klaveronderzaai. Als adviseur bij Naturim is hij al ruim 25 jaar actief in de biologische akkerbouw en groenteteelt. Vanuit die rol zag hij hoe het onderzaaien met klaver in graan, als gebruik in de gangbare landbouw, in de vergetelheid is geraakt. „In de biologische landbouw is het nog heel gebruikelijk om onder te zaaien in graan, vanwege de bodemstructuur. Vogelkundige Ben Koks vertelde mij dat door het verdwijnen van de graanstoppel akkervogels het moeilijker hebben. Toen heb ik de link gelegd. Klaveronderzaai is waarschijnlijk nog beter voor de akkervogels dan graanstoppels. Tegelijk zitten er ook voor gangbare telers veel voordelen aan. Dezelfde als die van groenbemestermengsels, die doorgaans fantastisch voor de bodem zijn, maar minder voor akkervogels. Voor mij was dit twee jaar geleden het zetje.”
Stikstofeffect
Biologische graantelers passen klaveronderzaai vooral toe vanwege de goede invloed op de bodemstructuur. Ondanks dat granen in bio maar een klein gewas zijn, is het enthousiasme over de teeltwijze groot. De stikstofefficiëntie is al ruim onderzocht. Zo behaalde het biologisch proefbedrijf OBS in Nagele decennia geleden al prima teelttechnische resultaten. Inmiddels zijn er ook de uitkomsten van onderzoeken in onder meer Lelystad en op zandgrond bij gekomen. „In zomergranen zag je dat er ongeveer 80 kilogram stikstof werd gebonden met de ondergezaaide klavers. De helft van de stikstof komt het jaar erop vrij. Dus je hebt eigenlijk twee efficiëntieslagen: je hoeft geen bemesting meer toe te passen en de benutting is beter.”
Met veel akkerbouwpercelen die in NV-gebieden liggen, ziet Bernaerts dit als een kans als de teler dit goed onder de knie krijgt. „Dit geeft dan weer stikstofruimte voor gewassen op het moment dat het echt nodig is. De onderzoeken op dit gebied zijn vooral gedaan in zomergranen. In wintertarwe zijn de voordelen vermoedelijk nog groter, omdat de groeiperiode van de klaver dan ongeveer twee weken langer is.” Klaveronderzaai wordt vanwege de verbetering van de bodemstructuur goed gewaardeerd binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Het bespaart bovendien een werkgang ten opzichte van een stoppelbewerking en het diepwoelen van de mest.
„Het onderzaaien is een relatief eenvoudige bewerking”, vertelt Bernaerts. „Er is onder meer gezaaid met een drone, op reguliere wijze, met granulaatstrooiers en met een eg-zaaicombinatie. Door de omstandigheden zagen we slordigheden. Zo lagen de banen die met een drone waren gezaaid wat te ver uit elkaar, en was het middendoor rijden met de kunstmeststrooier ook niet ideaal. Desalniettemin waren de resultaten met alle zaaimethoden heel behoorlijk.”
De percelen lagen vorig jaar bij twintig praktijkbedrijven, zowel gangbaar als bio. „Dit jaar herhalen we de proeven en breiden we uit naar vijf proefbedrijven. Daarbij gaan we ook weer een deel ineggen en een deel niet. Ook kijken we naar de verschillende mengsels.”
Geen concurrentie
Volgens Bernaerts gaat klaver niet de concurrentie aan met het graangewas. „Rode klaver kan bij afrijping soms wel wat hoger in het gewas komen. Het risico op concurrentie is klein, helemaal als je het advies volgt om te zaaien in de periode tussen halverwege en einde uitstoeling, liever niet vroeger.”
Als het gaat om bakkwaliteit, heeft klaveronderzaai waarschijnlijk niet veel effect. Mogelijk vanwege de stikstofbinding is het iets positief. „Meer stikstof betekent een betere eiwitontwikkeling. Het effect blijkt in proeven nog maar beperkt. Maar we kijken daar in samenwerking met Farmplus dit jaar wel wat uitgebreider naar.” Andere aandachtpunten in het onderzoek zijn de invloed van zaaitijdstip en herbiciden. Klaveronderzaai vraagt volgens Bernaerts wel een scherpe blik op de bespuiting. „Er zijn middelen die je niet op klavers kunt toepassen. Dat vereist aandacht.”
Akkervogels
Het voordeel richting de akkervogels is aanzienlijk, stelt Bernaerts. „De graanstoppel is langzaam maar zeker verdwenen. En daarmee ook de mogelijkheid voor het foerageren van soorten als de veldleeuwerik, de velduil, de kiekendief en kramsvogels. Dit ontstond vooral nadat het inzaaien met groenbemesters vanuit het GLB werd gestimuleerd, en de graanstoppel daarvoor plaatsmaakte. Groenbemesters zijn doorgaans veel te dicht gegroeid, waardoor de vogels niet meer bij uitvalsgranen en wormen kunnen komen. Met klavers wordt het wel dicht, maar desondanks toegankelijk. Het is geen toeval dat de vogels naar de percelen met klaveronderzaai worden gezogen.”
Met het toevoegen van kleine hoeveelheden andere componenten, zoals wikke die vroeg in het voorjaar al bloeit, worden ook nog veel insecten aangetrokken. Dit helpt bijvoorbeeld broedende leeuweriken enorm. „In een mengsel gaat dat prima. Een andere component is rolklaver, die in het najaar ook uitbundig bloeit, stikstof bindt en bovendien andere insecten aantrekt. We doen proeven met nog bredere mengsels. Ook geïnspireerd op Duitse proeven, waar de effecten van nog meer diversiteit op insecten en akkervogels gunstig waren. Er worden ook insectentellingen uitgevoerd om te kijken wat het effect is van de bredere mengsels.” Voordelen worden steeds meer duidelijk.
De ambitie is om richting 10.000 hectare klaveronderzaai te gaan. Met vallen en opstaan moet dit haalbaar zijn, denkt Bernaerts. Volgens hem is in het verleden al aangetoond dat een gangbare werkwijze het succes van het onderzaaien met klavers niet in de weg hoeft te staan. „Ook op graanpercelen waar veel gespoten is, zie je prachtige klaver eronder
staan. Mijn opa deed het ook al, met gangbaar landbouwgebruik. We moeten alleen het trucje opnieuw uitvinden.”
Samenwerken met natuur
Teler Peter Geerse uit het Zeeuwse Biggekerke is een van de telers die vorig jaar al experimenteel klaver heeft ondergezaaid in granen. Met een zaaimachine in de front en een wiedeg achter om het zaad onder te werken, maakt hij dit seizoen serieus
werk van klaveronderzaai. „Onkruidbestrijding is wel een ding. Maar als de klaver goed groeit, moet dit geen probleem zijn. Toch, het hoofdgewas is de prioriteit, er moet wel een product geoogst worden. De proef van Urgenda heeft mij vorig jaar over de streep getrokken en is een stimulans om nu verder op te schalen.”
Nadat het graan is geoogst, blijft er klaver over, waar niet alleen vogels van profiteren. Er wordt stikstof in de grond gebonden, waar het volgend jaar een volgend gewas, en dus ook akkerbouwer Geerse, van profiteert. „Vroeger waren ze nog niet zo gek. Ze werkten samen met Moeder Natuur. Misschien moeten we daar wel wat meer naar terug.”