Leonard den Hartog

'Ik kan experimenteren met mengsels van 1001HA om te zien wat geschikt is'

Voor het derde jaar op rij werkt akkerbouwer Leonard den Hartog met de biodiverse groenbemesters van 1001HA. Die gebruikt hij op zijn akkers in Kerkwerve op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland. Hij vertelt over zijn ervaringen. Conclusie: hij is tevreden en blijft ze gebruiken, ook als hij geen korting zou krijgen.

Wat voor bedrijf run je?

“Ik heb een akkerbouwbedrijf van ongeveer 60 ha waar ik aardappels, suikerbieten, wintertarwe, graszaad en tuinbonen voor zaaizaad teel.”

Wanneer ben je begonnen met biodiverse groenbemesters van 1001HA?

“Dat is 3 jaar geleden. Ik pas niet-kerende grondbewerking toe en dan is het van belang dat je de bodem goed en divers voedt. Ik was al langer met mengsels bezig, ook vanwege de verplichting in het GLB. Ook anderen waren ermee bezig, dus je leest wat, je hoort wat en dan wil je het zelf uitproberen. Precies op dat moment kwam de 1001HA-campagne langs die de mogelijkheid gaf om er met ondersteuning mee te experimenteren. Daar las ik over in een vakblad.”

Welke mengsels heb je geprobeerd?

“Vorig jaar heb ik van Ten Have de Agri Star gebruikt, en het jaar daarvoor Rapide Grain van Neutkens, en nog eerder Solarigol van DSV. Ongeveer de helft van het areaal had ik afgelopen jaar bedekt met groenbemesters. Ik gebruik alleen mengsels. Maar daar moet ik bijzeggen: ik heb geen aaltjesprobleem. In dat geval zou ik misschien een andere keuze maken.”

Waar let je op bij de keuze van het mengsel?

“Ik kies mengsels die afvriezen, omdat ik niet meer ploeg en ook geen glyfosaat wil gebruiken. Ik kijk ook naar welk gewas ik ga telen. Bij aardappels kun je wat grover werken, maar om suikerbieten en uien te kunnen zaaien, heb je een fijner mengsel nodig. Ook het tijdstip is van belang. Komt het land vroeg vrij, dan zaai je een ander mengsel dan wanneer je laat start. Er zijn mengsels voor half augustus tot half september, maar andere bemesters kun je in oktober nog zaaien.”

Wat merk je voor effect?

“Ik probeer geen verschillende mengsels naast elkaar op dezelfde percelen, want ik heb geen proefbedrijf, maar ik heb wel verschillen gezien in die jaren. Als je bijvoorbeeld eerst tuinbonen met groenbemester en daarna suikerbieten zaait, zit er meer stikstof in grond dan bij zomertarwe met groenbemester. In het voorjaar neem ik stikstofmonsters om te zien wat er al in bodem zit, en op basis daarvan bepaal ik wat ik ga doen. Ik vergelijk dus niet met vorig jaar, maar kijk puur naar wat de bodem nodig heeft. Het is een beetje zoeken. Een keer heb ik een mengsel gebruikt dat in voorjaar te veel volume achterliet. Toen moest ik twee keer klepelen. Het klimaat verandert en het vriest veel minder, en in Zeeland ook nog minder dan in Groningen. Daarom moet ik opletten wat ik zaai. Niet dat ik in de winter een mooie groenbemester heb, maar in het voorjaar het land niet op kan.”

Gebruik je nu minder kunstmest?

“We zitten hier in NV-gebied, dus ik moet sowieso 20% minder stikstof gebruiken dan in andere jaren. En de laatste jaren heb ik meer bemonsterd, die technieken gaan verder, bijvoorbeeld door tijdens de teelt een bijmestmonster te nemen. Ik probeer de juiste hoeveelheid op de juiste plaats te geven. Ik ben wel minder kunstmest gaan gebruiken, maar ik kan er geen harde cijfers op plakken.”

Welke voordelen merk je van meervoudige bemesters?

“Bij een mengsel heb je fijnere naast dikkere wortels. En de ene plant bedekt de bodem beter, de andere gaat dieper grond in. Als iets niet goed opkomt, compenseert iets anders dat wel. Enkelvoudig heeft een groter risico. Ik probeer wel mengsels met bijvoorbeeld vlas tegen slakken. En liever geen Japanse haver vanwege fusarium. Over de eigenschappen van alle soorten in de mengsels wordt steeds meer bekend en daar selecteer ik op, kijkend naar het type bodem, de tijd van jaar en het gewas dat ik ga telen.”

Zie je verbetering in de bodem nu je groenbemesters gebruikt?

“Dat is moeilijk te zeggen. Dit voorjaar is extreem droog, maar daarvoor viel er alleen maar regen. Je bent wel een dikke 5 jaar verder voordat je dat kunt zeggen. Wel ben ik groenbemesters later in het jaar gaan zaaien om minder volume bovenop te krijgen, maar wel wortels eronder. Het is belangrijker wat er onder de grond gebeurt dan erboven. Ik neem ook meer tijd. Voorheen was het vandaag tarwe eraf, morgen cultivator erover en meteen groenbemesters inzaaien. Nu ga ik een paar keer met de cultivator eroverheen en laat ik het onkruid opdrogen. Ik laat er rustig 3 of 4 weken overheen gaan. Of je op 20 juli of 15 augustus zaait, maakt veel uit voor het volume bovenop, maar naar mijn mening minder voor volume onder de grond. De wortels onder de grond zijn vooral belangrijk voor de bewerkbaarheid van de bodem.”

Ga je door met de mengsels?

“Ik ga er zeker mee door, ik zie er de voordelen van, al zijn er uitdagingen.”

Ook zonder de korting?

“Nu kan ik experimenteren met duurdere mengsels om te zien wat geschikt is, dat is het fijne van de korting. Maar ik wil ze wel blijven gebruiken. Het kost geld, maar het levert naar de toekomst toe geld op.”

Wat zou je zeggen tegen collega-boeren?

“Ga het gewoon proberen. Voor ieder bedrijf en voor ieder type grond is het anders. Voeg eventueel losse componenten toe die specifiek voor jouw bedrijf meerwaarde hebben.”

Leonard den Hartog tussen zijn aardappels (foto: Sabine Grootendorst)

Over de boerderij

Contactpersoon

Leonard den Hartog

Soort bedrijf

Akkerbouwer

Plaats

Kerkwerve (Zeeland)