Voordelen Groenbemester-mengsels

Groenbemesters hebben voordelen voor zowel de natuur als de productiviteit van het akkergewas. Ze spelen een essentiële rol in het behouden van de boven- én ondergrondse biodiversiteit. Groenbemestermengsels zorgen ervoor dat de nutriënten in de bodem worden vasthouden tussen hoofdteelten in. Met als gevolg: meer nutriënten beschikbaar voor het vervolggewas, én een actiever bodemleven. Ook de bodemstructuur verbetert dankzij de diverse beworteling van het groenbemestermengsel.  Zo krijg je een luchtige bodem, die weerbaarder is tegen extreme weersomstandigheden zoals droogte of juist hevige regenval en die water beter vasthoudt. 

Met het telen van een groenbemestermengsel kunnen verschillende voordelen van de afzonderlijke soorten benut worden. Zo kunnen verschillende bewortelingstypen, verschillende bodembedekking en gewasmassa en gewasgroei in de tijd met elkaar gecombineerd worden. Ook wordt door de vlinderbloemigen in het mengsel stikstof uit de lucht gehaald, die weer als voeding beschikbaar wordt gesteld aan het gewas. Hierdoor kan je perceel met minder bemesting toe.  

Op deze pagina hebben we de belangrijkste bevindingen uit wetenschappelijke onderzoeken naar (biodiverse) groenbemesters samengevat per thema. 

Biodiversiteit

Een biodivers groenbemestermengsel produceert meer biomassa per oppervlakte. Liesje Mommer van WUR: ”Ondergronds zien we hetzelfde bij meer soorten. De aggregaten (klontjes in de bodem) worden groter. Daardoor is de infiltratiecapaciteit van water groter, is er meer koolstof in de bodem, waardoor er meer bacteriën en schimmels kunnen leven. Mengsels van groenbemesters verhogen de gewasdiversiteit op een perceel. In het algemeen kan hogere gewasdiversiteit bijdragen aan het verhogen van de biodiversiteit; deze relatie wordt vooral sterk gevonden voor bodemfauna. Bovengronds zorgen groenbemesters bovendien voor voeding en schuilplaatsmogelijkheden. 

Bodemkwaliteit & waterhuishouding

Een hogere biodiversiteit van planten is een belangrijke aanjager van ondergrondse ecosysteemfuncties, zoals wortelgroei, opslag van organische stof, en microbiële stofwisseling. Dit komt met name door de verschillende soorten interacties tussen plantwortels en de bodem. Mengsels zijn aangetoond goed voor de bodemvruchtbaarheid, omdat zij beter nutriënten vasthouden dan een enkel gewas (zie ook kopje ”Nutriënten en opbrengst”). Bovendien zorgt plantendiversiteit voor meer organische stof in de bodem en dus een hoger koolstofgehalte. 

De diversiteit aan wortelstelsels zorgt er ook voor dat de bodem beter water vasthoudt. De wortels zorgen voor meer lucht en structuur in de grond, met grotere aggregaten (klontjes in de bodem), waardoor water gemakkelijker infiltreert.  

De uitspoeling van stikstof en andere voedingsstoffen is in mengsels vaak lager. Daarmee kunnen groenbemestermengsels ook een voordeel opleveren voor de bodem- en waterkwaliteit op en rondom akkers. 

Nutriënten & opbrengst

Mengsels van planten hebben een hogere opbrengst vergeleken met hun respectievelijke monoculturen. De verschillende soorten in de mengsels hebben allemaal een ander wortelstelsel. De één wortelt diep met een penwortel, de ander heeft juist een breed vertakkend wortelstelsel. Met deze diversiteit aan wortelstelsels kunnen nutriënten die in de bodem zitten, beter worden vastgehouden. Ook wordt water beter vastgehouden. 

Nederlands onderzoek van de Wageningen Universiteit & Research (WUR) liet zien dat de stikstofproductie bij de mengsels 9% hoger was dan bij de monocultuur groenbemester. De biomassa van de groenbemester was net zo groot bij mengsels als bij de best geslaagde monocultuur gewassen. Maar de kans dat een mengsel aanslaat is wel groter, door de risicospreiding. Mochten bepaalde soorten het door weersomstandigheden niet overleven, dan heb je nog steeds een (deels) bedekte akker. Ook zullen door klimaatverandering meer voorkomende weersomstandigheden ervoor zorgen dat er meer vraag gaat zijn naar mengsels die in verschillende omstandigheden goed kunnen groeien. 

Een driejarig onderzoek in Amerika liet zien dat het anorganisch stikstofgehalte hoger was bij groenbemestermengsels dan op het controleperceel met een monocultuur groenbemester. De opbrengst van het vervolggewas (soja) was ook significant hoger dan die op de controlepercelen. Bovendien bleek de bodem meer water te bevatten dan in de controlepercelen. 

Ziekten, plagen en onkruid

Groenbemestermengsels zorgen voor een grotere biomassa, en daarmee voor een betere bodembedekking die weer leidt tot een betere onkruidonderdrukking. In een Amerikaans onderzoek werd de onderdrukking van onkruid vergeleken. Wat bleek: de velden met een groenbemestermengsel hadden een grotere mate van onkruidonderdrukking dan monoculturen van Brassicae en vlinderbloemigen. Ander onderzoek met groenbemestermengsels van grassen en vlinderbloemigen bevestigt dit: de mengsels hadden meer biomassa, een betere onkruidonderdrukking, en tegelijkertijd méér stikstofvastlegging dan een monocultuur.

Echter is er wel het risico bij winterharde gewassen dat deze in het voorjaar terugkomen als onkruid tussen het vervolggewas. Een zorgvuldige selectie van soorten is dus belangrijk.

Een actief en divers bodemvoedselweb leidt tot lagere ziektedruk. Het kan bijdragen aan minder plagen en meer natuurlijke vijanden. Onderzoek van de WUR liet al zien dat de bodemweerbaarheid tegen wortellesieaaltjes lager is bij gebruik van de groenbemesters bladrammenas en Japanse haver.

Slide uit presentatie dr. Gerard Korthals (WUR)  

Heb je bepaalde pathogenen in je bodem zitten, dan is het wel belangrijk om goed na te denken over de soorten in je mengsel. De zaadleveranciers kunnen hier goed advies over geven. 

Publicaties & artikelen

Lees voor meer informatie ook de volgende publicaties en artikelen over groenbemestermengsels: